"Caminos del destino"
Deze tentoonstelling van Lieve Bedeer toont werken tempera op paneel. Enerzijds is er het eigen origineel werk en anderzijds zijn er copies met fragmenten van “Tuin der Lusten” van Hiëronymus Bosch.
Bij haar ontwerpen zoeken de figuren hun bestemming, soms wijst de weg zichzelf, soms vormt hij een labyrint. De copies van H.Bosch sluiten aan bij deze zoektocht. Ook hij observeerde de wereld en zijn bizarre dans met het lot.
Lieve Bedeer is een virtuose in de techniek, tempera op paneel. Zowel bij het eigen werk als bij de copies geven de subtiele gelaagdheid de gloedvolle kleuren en bereikt ze de bijzondere kleurkeuze van Bosch.
‘caminante, no hay camino se hace camino al andar…’
‘wandelaar, er is geen pad de weg baant men al lopend...’
Antonio Machado
Duizenden pelgrims volgden in de loop der eeuwen hun “Camino de Santiago de Compostela”, via Antwerpen. Het historisch pand van Galerie Het Vijfde huis ligt langs deze Camino.
TEMPERA
Het woord “tempera” is afkomstig van het Latijn “temperare” en betekent “in de juiste verhouding mengen”. De temperatechniek heeft een lange voorgeschiedenis. Reeds in de Oudheid werd tempera gebruikt. Tempera werd rond de 10e eeuw veel gebruikt voor paneelschilderingen en illustratie van manuscripten. We kennen ook de traditionele iconenkunst. In de middeleeuwen werd vooral de eitempera populair. Cennini beschrijft reeds recepten met het ei als basis. De techniek bleef in gebruik tot de 15e eeuw, daarna wordt tempera nog lang gebruikt als onderschildering bij olieverf. De overgang naar olieverf is zeer geleidelijk gegaan. In de 19e eeuw kent de tempera een heropleving. In de 20e eeuw wordt er sporadisch mee gewerkt. Gekend temperaschilder is Andrew Wyeth (° 1917).
Tempera staat voor een veelvoud van technieken. De bindmiddelen bij tempera zijn de emulsies. Dit zijn ondeelbare vermengingen van water- en olieachtige componenten. Zij hebben een melkachtig uitzicht maar worden bij droging transparant. De schilder vermengt de pigmenten steeds met de vers bereide emulsie. Er bestaan een aantal natuurlijke emulsies zoals melk, eigeel, vijgensap, e.d. . Naargelang de componenten spreekt men van eitempera, caseïnetempera, gomtempera enz.. Er zijn zeer veel recepten mogelijk: best is door uitproberen en geduldig oefenen het persoonlijke recept te zoeken dat meest bij inhoud en aanvoelen past.
De water - olie emulsies met natuurlijke componenten zoals ei en caseïne hechten zich goed aan magere gesso’s en drogen snel, hetgeen veel voordelen biedt. Het prepareren van de ondergrond is erg belangrijk bij tempera. Diverse dragers zijn mogelijk: paneel, muur, doek, papier, enz. De gesso moet men zelf bereiden. De basisingrediënten zijn meestal krijt- en zinkwit. Er worden meerdere dunne lagen aangebracht (6 tot 10). Tempera dient dun aangebracht te worden. Gewoonlijk begint men een temperaschilderij met dunne, transparante lagen. Tempera kan keer op keer worden uitgepenseeld, gearceerd, gestippeld. De technische mogelijkheden zijn groot, maar veel geduld is wel een vereiste. Tempera is ideaal voor glaceren, door arceren kan men kleuren doeltreffend combineren en bijzondere optische effecten bekomen.